De vulkaan en Thirasiá

Beoordeling: Deze tocht is niet zozeer een wandeling, maar wel een dagtocht die misschien wel enorm toeristisch is, maar toch een must. Ze brengt ons naar de vulkaan, de warmwaterbronnen, het eiland Thirasiá en Ia. Deze uitstap verdient een ***.

Tijd: De wandelgedeeltes zijn niet te lang, hoewel het pad naar de vulkaan stoffig en heet kan zijn. Doe zeker de afdaling naar de oude haven van Firà te voet; op Thirasiá kun je met de ezel de trap omhoog, de afdaling moet te voet. Terug in Firà kun je weer voor een ezel kiezen, maar te voet gaan laat je meer genieten van het landschap... De boot vertrekt rond 10 uur, de afdaling moet je dus beginnen rond kwart over negen. Tegen 18 uur ben je dan terug in Firà.

Routebeschrijving: Je neemt het best tickets voor de boot de dag ervoor: je kunt daarvoor heel goed terecht in het reisagentschap Santo Volcano op het Theotokopoúlouplein. Neem het liefst tickets voor de Pígasos, een traditionele boot, die afvaart vanuit de oude haven van Firà zelf - zo moet je geen nutteloze verplaatsing maken naar de ongezellige haven van Athinió en gebeurt het vertrek ook iets later, rond 10 uur.

Neem rustig de tijd voor de afdaling van de "skalià", de oude trap met 588 treden - dat neemt zo'n 20 minuten in beslag.
De Pígasos vaart normaal eerst de caldera langs tot in Akrotiri, wat je rustig de kans biedt om te genieten van de vele rotsformaties. 

Daarna is het een 50 minuten varen naar de vulkaan, waar de boot gewoonlijk anderhalf uur blijft. Het pad omhoog naar de kraters is vaak heet en stoffig, maar uiteindelijk valt de tocht van 25 minuten best mee. Loop niet midden alle andere toeristen, maar tracht wat voor iedereen uit te lopen. De belangrijkste krater is de Geórgios-krater, ontstaan in de jaren 1866-1870 (het hoogste punt is 127 meter hoog); op de terugweg besteden we ook wat aandacht aan de Dáfni-krater, ontstaan in 1925-1926.

De boot vaart dan verder naar het eiland Thirasiá, een deel van Santoríni waar het toerisme nog niet zo'n vat op heeft gekregen. Hier kun je ervoor kiezen in het haventje te blijven, om te zwemmen en wat te eten in één van de talrijke restaurantjes. Maar ons lijkt het beter de trap naar boven te nemen, naar het dorpje Manolás (of Chóra): deze trap telt 150 brede, hellende trappen.

Te voet kost ons dat een 20 minuten, maar het is ook heel leuk met de ezel. Boven kun je dan even rondkijken in het dorp en wat eten: het uitzicht van op het terras van het mooi gelegen restaurant Panorama is gewoon schitterend en het eten is lekker.

De boot blijft gewoonlijk 2 uur op Thirasiá, zodat je de gelegenheid hebt om rustig boven te eten. Reken 20 minuten om de trap weer af te dalen.

De rest van de tocht voert ons naar Ia, waar we een mooi uitzicht krijgen op de roodbruine rotsen van de caldera. Ben je nog niet in Ia geweest, dan kun je de schipper vragen hier uit te stappen - het is gewoonlijk rond 5 uur in de namiddag, en je hebt nog goed de tijd om naar boven te wandelen en naar de zonsondergang te gaan kijken - voor je de bus terug naar Firà neemt.

Het eenvoudigste is natuurlijk met de boot naar het haventje van Firà terug te keren, waar je normaal rond half zes terug bent. De tocht omhoog kun je met het kabelspoor of met een ezel of te voet doen... Te voet duurt dat in een rustig tempo drie kwartier.