Bezocht in 2006, 2007, 2009, 2010, 2012, 2015, 2018 en 2022 |
Wandelen en trekken op KEA of TZIA |
|||
WANDELEN
ALGEMENE BOTEN KEA (laatste aanpassing op 24 november 2022) *** = heel mooi **** = uitzonderlijk 1. Agios Simeoón - Agios Fílippos en terug *** + Gpx 2. Agios Simeoón - Karthéa en terug **** + Gpx 4. Ioulída - Agios Konstantínos - Mylopótamos - Fléa - Agia Marína - Plagiá - Písses *** 5. Ioulída - Agios Konstantínos - Mylopótamos - Fléa - Korissía + Gpx 6. Ioulída - Agios Theológos - Agios Nikólaos - Profítis Ilías - Messariá - Ioulída *** 8. Ioulída - Episkopí - Tría Maderiká - Sykamiá en terug **** + Gpx 9. Ioulída - Kalogerádos - Mýli - Ioulída 10. Ioulída - Leeuw - Agii Theódori - Sorós - Kastrianí 11. Ioulída - Leeuw - Agios Dimítrios - Spathí en terug *** 12. Ioulída - Leeuw - Dosonári - Diaséli - Otziás en terug **** + Gpx 13. Ioulída - Messariá - Episkopí - Profítis Ilías en terug **** + Gpx 14. Ioúlida - Messariá - Profítis Ilías - Astrá - Elliniká - Agios Simeoón - Karthéa *** + Gpx 15. Ioulída - Mýli- Kalogerádos - Ioulída *** 16. Ioulída - Mýli - Petrovoúni - Sklavonikóla - Agia Marína en terug 17. Ioulída - Mýli - Petrovoúni - Sklavonikóla - Agia Marína - Plagiá - Písses *** + Gpx 18 Ioulída - Roúkounas - Kómi - Agios Konstantínos - Mylopótamos en terug *** 19. Karthéa - Vathypótamos - Kalódouka - Káto Meriá *** 20. Karthéa - Vathypótamos - Stavroudáki *** 21. Mylopótamos - Fléa - Agia Marína - Plagiá - Písses en terug ***
|
Kéa, door de Grieken meestal Tziá genoemd, is het
noordelijkste van de westelijke Cycladen; het is als het ware een
voortzetting van het naburige schiereiland Attika en ligt slechts 12
zeemijl (19km) van kaap Soúnion verwijderd. Kéa is met zijn 131 km2 na Mílos het grootste van de westelijke Cycladen en het zesde grootste van alle Cycladen, na Náxos, Andros, Páros, Tínos en Mílos: het is zo'n 19 km lang en maximum10 km breed. Er wonen in totaal 1800 mensen, van wie 600 in Chóra of Ioulída en 350 in het haventje Korissía; de rest is verdeeld over een 30-tal kleine dorpjes en gehuchten. Kéa heeft een bergachtig reliëf, met toppen die op vele plaatsen de 500 meter overschrijden: het hoogste punt van het eiland is de Profítis Ilías (568m). Door een sterke erosie is Kéa door diepe dalen doorsneden, zoals de valleien van Spathí, Agios Fílippos en Póles (Karthéa) in het oosten en Písses in het westen. In de kuststreek is de begroeiing schaars, zoals in de rest van de Cycladen, maar het binnenland is vruchtbaar en groen, o.a. door fruitbomen en door de vele eiken (valinídhies of quercus aegilops). Het eiland heeft een aantal mooie stranden, zoals die van Otziás of Vourkári in het noorden of die van Písses en Koúndouros in het westen - het is dan ook hier dat zich de meeste toeristische infrastructuur situeert. Anderzijds zijn er een aantal kleine baaitjes en vaak verlaten strandjes, die soms alleen maar te voet te bereiken zijn, zoals de baaien van Spathí, Sikamiá, Agios Fílippos en Póles (Karthéa) op de oostkust. Het hoofdstadje Chóra of Ioulída ligt in een bergachtig gebied, zodat
het schilderachtige stadje grote reliëfverschillen en vele trapstraatjes
kent. Chóra wordt beheerst door het Kástro met resten van de oude
akrópolis, en aan de zuidkant door de resten van vele windmolens. Het
bezit daarnaast een interessant archeologische museum en in de buurt ligt
de bekende Leeuw van Ioulída, een uniek archaïstisch beeld van 600
v.Chr. Na de Byzantijnse tijd werd Kéa in 1207 veroverd door de Venetianen: de Venetiaanse naam Zia gaf later aanleiding tot de naam Tziá, waarmee het eiland nog meestal door de Grieken wordt genoemd. In 1537 werd het eiland Turks, maar dit belette niet een relatieve bloei van het eiland, dat in 1780 tot 5000 inwoners telde. Later en vooral na de tweede wereldoorlog kwam er geleidelijk een ontvolking, mede door de teloorgang van de traditionele landbouw, waardoor de bevolking nu slechts een 1800 inwoners telt. Doordat het eiland hoofdzakelijk bereikbaar is vanuit de
kleinere haven Lávrio (een bus verbindt Lávrio met de luchthaven, via
Markópoulo), ligt
Kéa opzij van de belangrijkste bootverbindingen en dus ook van de
toeristenstromen. Vooral in het voor- en najaar is het eiland heel rustig,
maar tijdens de vakanties en ook wel tijdens de weekeinden is het eiland een
geliefkoosde bestemming voor de Atheners, op zoek naar rust en natuur. Kéa heeft een goed bewaard net van oude paden en het eiland heeft
zelfs een grote inspanning geleverd om deze paden te bewegwijzeren met
houten borden en met de bekende roodwitte plaatjes. In enkele publicaties
die ter plaatste te verkrijgen zijn en op enkele kaartjes zijn de
wandelingen genummerd van [1] tot [9]. Daarvan zijn de mooiste wandeling
[1] via de Leeuw naar Otziás, de lange wandeling [3] naar Karthéa, de
wandeling [4] naar het strand van Sikamiá, de wandeling [8] naar het
strand van Agios Fílippos en de wandelingen [6] van
Karthéa naar Stavroudáki en [5] van Karthéa naar de Káto Meriá. Er bestaat sedert 2006 een heel goede kaart van Tziá of Kéa in de
reeks van Anávasi; op de keerzijde van de kaart staat een supplementaire
uitleg bij de genummerde paden - zoals gewoonlijk een onmisbaar instrument
voor de wandelaar. Wel maakt het ontbreken van een aantal grindwegen (o.a.
in de streek van Kalogerádos en van de Péra Meriá) de oriëntering bij
het maken van wandelingen 9 en 4 moeilijk. Enkele mooie paden op de
wandeling van Fléa over Agia Marína naar Písses ontbreken nog. Volgende wandelingen zijn een must: 1. Ioulída - Leeuw - Diaséli - strand van Otziás (goed bewegwijzerd
met [1])
Sinds 1 januari 2004 bent u bezoeker nr.
|
Panorama van Ioulída De piátsa in
Ioulída De Lióntas of Leeuw (600
v.Chr.) De mooie baai van Otziás
Een wandelbord
in Ioulída Ruïnes de tempel van Athena in
Karthéa Het oude klooster van
Episkopí De Véniaminbron, één van de vele bronnen op Kéa Het mooie monopáti op
wandeling [3] in de buurt van de Profítis Ilías Het prachtige pad op wandeling [3] naar Karthéa |
||